Pieter van Oort 10 Oktober 1804 in Utrecht 2 September 1834 in Padang auf Sumatra war ein niederländischer Maler und For

Pieter van Oort (* 10. Oktober 1804 in Utrecht; † 2. September 1834 in Padang auf Sumatra) war ein niederländischer Maler und Forschungsreisender.

Herkunft und Wirken Bearbeiten

Als Sohn des niederländischen Malers Hendrik van Oort (1775–1847) in Utrecht geboren, erlernte er das Zeichnen sowie die Kunstmalerei von seinem Vater. Im Jahre 1825 wurde er ein Mitglied der Naturkunde-Kommission von Niederländisch-Indien (niederländisch: Natuurkundige Commissie voor Nederlands-Indië). Ein Jahr darauf segelte er zusammen mit den Naturforschern Heinrich Boie, Heinrich Christian Macklot und Salomon Müller nach Java, wo er die Mitglieder der Kommission auf ihren zahlreichen Expeditionen begleitete. Anfangs bereiste er den Westen der Insel Java (1826–1828), später die Inseln Ambon, Neuguinea, Timor (1828–1829) und letztendlich die Westküste von Sumatra (1833–1834), wo er in der Umgebung von Padang an Malaria starb. Eine andere Quelle gibt als Todestag den 24. September 1834 an. Als Todesursache wird ein Gallenfieber angegeben, an dem auch Heinrich Boie am 4. September 1827 verstarb. Möglicherweise eine Verwechselung, zumal das Ereignis bereits 30 Jahre zurücklag.

Verdienste Bearbeiten

Am 22. Juli 1831 bestieg er zusammen mit Macklot und dem Botaniker Pieter Willem Korthals den 2211 m hohen Vulkan Gunung Salak im Westen Javas. Korthals benannte ihm zu Ehren die Mistel Loranthus oortianus (Korthals, 1839).

Werke Bearbeiten

Pieter van Oort & Salomon Müller: Aanteekeningen gehouden op eene reize over een gedeelte van het eiland Java in den aanvang van het jaar 1833. In: Verhandelingen van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Ter Lands Drukkerij, Batavia, 1836, 16: 83–156.

Literatur Bearbeiten

Weber, Andreas en Sylvia van Zanen, 2021. Kunstenaar op Sumatra. De reisdagboeken en natuurtekeningen van Pieter van Oort (1833–1834) (Zutphen: Walburg Pers) LINK
Weber, Andreas en Sylvia van Zanen, 2021. Kunstenaar op Java. De reisdagboeken en natuurtekeningen van Pieter van Oort (1825–1833) (Zutphen: Walburg Pers) LINK
Weber, Andreas, 2019. Collecting Colonial Nature: European Naturalists and the Netherlands Indies in the Early Nineteenth Century LINK (open access)
Nieuwendijk, Kim, 2011. Met Van Oort naar verre oorden. Master thesis, open access Leiden University volledige tekst
Marius Jacob Sirks: Indisch Natuuronderzoek. Academisch Proefschrift Ellerman, Harms & Co., Amsterdam, 1915, 303 S.

Weblinks Bearbeiten

Commons: Pieter van Oort – Sammlung von Bildern, Videos und Audiodateien

Einzelnachweise Bearbeiten

Algemeene Konst- en Letter-Bode. Bij de Wed. Adriaan Loosjes Pz., Haarlem, 1835, Band 1: 66–67.
A.J. van der Aa: Biographisch woordenboek der Nederlanden. Hrsg. J.J. van Brederode, Haarlem, 1867, 17: 141–142.
Friedrich Junghuhn: Gunong Salak. In: Flora oder allgemeine botanische Zeitung. Hrsg. David Heinrich Hoppe & August Emanuel Fürnrohr, Regensburg, 1840, 23(2): 449–460.
Pieter Willem Korthals: Verhandeling over de op Java, Sumatra en Borneo verzamelde Loranthaceae. In: Verhandelingen van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Ter Lands Drukkerij, Batavia, 1839, 17: 199–288.

Personendaten
NAME	Oort, Pieter van
KURZBESCHREIBUNG	niederländischer Maler und Forschungsreisender
GEBURTSDATUM	10. Oktober 1804
GEBURTSORT	Utrecht
STERBEDATUM	2. September 1834
STERBEORT	Padang auf Sumatra

[1] Algemeene Konst- en Letter-Bode. Bij de Wed. Adriaan Loosjes Pz., Haarlem, 1835, Band 1: 66–67.

[2] A.J. van der Aa: Biographisch woordenboek der Nederlanden. Hrsg. J.J. van Brederode, Haarlem, 1867, 17: 141–142.

[3] Friedrich Junghuhn: Gunong Salak. In: Flora oder allgemeine botanische Zeitung. Hrsg. David Heinrich Hoppe & August Emanuel Fürnrohr, Regensburg, 1840, 23(2): 449–460.

[4] Pieter Willem Korthals: Verhandeling over de op Java, Sumatra en Borneo verzamelde Loranthaceae. In: Verhandelingen van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Ter Lands Drukkerij, Batavia, 1839, 17: 199–288.